De tentoonstelling 'Pure Veerkracht' laat zien en voelen dat de stad ook natuur is. In een weids panorama van het Rijnmondgebied poppen foto’s op van natuur in de stad – libellen boven een tuinvijver, duiven op een balkon, slechtvalken rond de Willemsbrug, nijlganzen in de Spoorsingel, varens langs een havenkade. Stadsmensen zien (en fotograferen) stadnatuur, maar niet iedereen realiseert zich dat de stad ook natuur is. Kijk je tussen stenen en beton door, dan blijkt de biodiversiteit in de bebouwde omgeving groter dan in de omringende open ruimte. Dat komt door de diversiteit aan ‘stadslandschappen’, een warmer klimaat en de grenzeloze aanpassingen - pure veerkracht - die dieren en planten laten zien om de stad als leefgebied te kunnen benutten.

In de drie pijlers van de stad – Steen & Straat, Voedsel & Water en Klimaat & Licht toont het museum met de stadsnatuurcollectie welke dieren en planten de stad als leefgebied hebben en wat die aanpassingen zijn. Van het legendarische ijzeren duivennest, een stadsvossenmaag vol shoarma tot de braakballen van zilvermeeuwen. Met de speciale Pure Veerkracht Petook een bijzondere beleving voor kinderen.

De tentoonstelling eindigt met het stadsnatuurdebat, want niet iedereen is blij met het stedelijk natuurschoon. Wat is uw mening? Hebben we meer wilde natuur in de stad nodig, of harken we het aan?